Waarom je altijd een camera bij je moet hebben

Foto’s vallen niet altijd te plannen. Soms is het gewoon een kwestie van er op het juiste moment zijn. Vooral als het om het fotograferen van dieren in de natuur gaat.

Ontbijtplan

Zo zat er afgelopen winter een reiger in de vijver vlak bij mijn huis. Vrijwel elke dag zat hij op een vlonder op de uitkijk. Tijdens mijn ochtendwandelingen naar mijn thuiswerkplek kwam ik erachter dat hij zo rond half 9 zijn ontbijt ving. Ik nam me dus voor om een keer rond die tijd met mijn camera op de loer te gaan liggen en hem te fotograferen bij zijn visvangst.

Maar toen kwam de februariwinter. Er lag een dik pak sneeuw, de vijver was twee weken bevroren en de reiger verdwenen. Om niet meer terug te keren. Ik weet niet of hij elders een visplek heeft gevonden of de winter niet heeft overleefd. Tot zover het plannen van een foto.

En dan … lunchtime!

Een maand later liep ik in mijn lunchpauze te wandelen. Een beetje door het centrum (saai) en het park tussen het centrum en mijn werk (best een leuk park, maar in deze tijd van het jaar niet op zijn mooist). In eerste instantie was ik niet eens van plan mijn camera mee te nemen. Maar goed, ik heb hem toch maar in mijn tas gestopt, gewoon omdat hij daar gemakkelijk in past (dat is een van de grote voordelen van een m43 systeemcamera). We waren alweer bijna bij ons kantoor, toen de collega met wie ik aan de wandel was, zei: “Ach kijk, die reiger heeft een kikker gevangen.” En inderdaad, aan de overkant van de vijver stond een reiger met een spartelende kikker in zijn bek. Dus ik heb snel mijn camera uit mijn tas gehaald en er wat foto’s van gemaakt.

Dit was dan weer van die foto’s die ik niet had kunnen plannen. Ik loop al jaren meerdere keren per week langs die vijver. Er zit zelden een reiger, laat staan ook nog eens met een kikker in zijn bek. Deze foto’s zijn gewoon op mijn pad gekomen. Een kwestie van toevallig op het juiste moment op de juiste plek zijn en een camera bij de hand hebben.

Reacties zijn gesloten.